Maandag 7 juni ( 450 km, zonnig, 25 graden )

Vandaag zijn we rustig blijven liggen in ons bed en zijn de camping pas afgereden iets na elf uur. Alvorens naar San Francisco te rijden wilden we eerst de reuze "redwood" bomen gaan bekijken ten zuiden van het park. Dit betekende wel een omweg van gemakkelijk 200 km maar het beloofde wel de moeite te worden. Het probleem was echter dat we hiervoor eerst door de Yosemite vallei dienden te rijden. Rond de middag wordt het daar erg druk en blijkbaar heeft men ook tot vandaag ( maandag ) gewacht om met alle wegenwerken te beginnen. En dat waren er wel aardig wat. Het was dan ook reeds drie uur in de namiddag alvorens we de eerste honderd kilometer afgelegd hadden en voor de Giant Grizzly stonden, het grootste levende wezen op aarde en één van de vele reuze bomen in dit stukje woud aan de rand van Yosemite. 
( Misschien nog vermelden dat het Yosemity National Park gigantisch groot is. Pakweg zo groot als gans Vlaanderen. Maar enkel de kleine centrale vallei van 20 km doorsnee is druk bezocht. Hiernaartoe zijn drie invalswegen, een Oostelijke via de Tioga Pass, een zuidelijke en een westelijke. Wij zijn langs de Oostelijke weg binnengekomen, hebben aan de westelijke kant gekampeerd en langs de zuidelijke kant het park nu verlaten. Elke keer dien je wel terug centraal door de vallei te rijden en dan terug duizend meter omhoog. Gemakkelijk is anders...) De reuze bomen waren uiteindelijk wel die omweg waard. Ze zijn enkele duizenden jaren oud en dat is bijzonder omdat ze gemiddeld om de twintig jaar eens in brand staan. Die bossen en bomen hier staan voortdurend in brand en dat is blijkbaar nodig om het bos jong te houden. Die bomen zien dan vanbinnen zo zwartgeblakerd en ontwikkelen gewoon een nieuwe rode schors aan de buitenkant. Wanneer de wortels de gigantische bomen van tien meter doorsnee en zeventig meter hoog niet meer kunnen dragen valt de boom gewoon om en dan is het ermee gedaan. Vroeg of laat zal dus ook de Grizzly Giant gewoon omvallen of anders helemaal opbranden.
Daarna zijn we dus naar San Francisco gereden. Grotendeels bergaf natuurlijk. Wanneer je de bergen uitrijd merk je onmiddellijk aan alles dat je in Californië bent. De muziek op de radio is al eens iets anders dan Country & Western, de auto´s zijn sportiever en Europeser en de zon schijnt hier precies een stuk feller. Tegelijkertijd zijn de mensen ook direct een stuk minder vriendelijk en behulpzaam. Vlakbij San Francisco ( just on the other site of the bay ) hebben we ´s avonds onze camper geparkeerd bij een Wal Mart. De parkingsecurity begeleide ons hiervoor hoogstpersoonlijk naar een afgelegen stuk parking. Daarna hebben we nog onze hoogstnodige inkopen gedaan, een pizza in de oven gestoken en vroeg onder de lakens gekropen.
Spitsuur in het National Park. Voor de doorsnee Amerikaan een dagje in de natuur.
Er valt hier al eens een boompje omver. De wortels hebben bij een brandje lijkbaar ook wat schade opgelopen.
Omdat het te vermoeiend is om er elke keer omheen te lopen hebben ze er in het midden maar een gat in gemaakt?

0 reacties:

Een reactie posten

Enter your email address:

Delivered by FeedBurner

Subscribe to Amerikareis 2010 by Email